Thuis sporten, een digitale groeimarkt

Column Marketingtribune.nl – Door Antonie van Schendel, Managing Director CROWD

Nu de temperatuur daalt en de dagen korter worden, hebben veel sporters minder motivatie om buiten te gaan sporten. Maar door nieuwe technologieën neemt de mogelijkheid om in je eigen huis te sporten toe. Dit biedt kansen voor de sportbranche. Thuis sporten is een groeimarkt, niet als vervanging maar juist als extra alternatief voor activiteiten buitenshuis.

Amazing Discoveries

Thuis sporten is niet nieuw. Het is een fenomeen van alle tijden. Fitness-goeroe Tony Little – inderdaad, met die paardenstaart – maakte in de jaren ‘90 furore met zijn Amazing Discoveries. Op een TelSell-achtige manier verkocht hij fitnesstrainingen om thuis zelf uit te voeren. Net als Jane Fonda’s work-outs werden deze trainingsvideo’s gedistribueerd via VHS-tapes voor je videorecorder. Vooruitstrevend in die tijd aangezien je niet naar een fitness-studio hoefde en je de oefeningen thuis kon uitvoeren wanneer jij het wilde.

Met de komst van breedbandinternet en mobiele devices zijn daar twee belangrijke elementen aan toegevoegd: meer persoonlijke, op het individu afgestemde trainingsprogramma’s en daarnaast de mogelijkheid om de content te streamen via welk device dan ook. Je bent niet meer gebonden aan de VHS-videorecorder in je woonkamer.

Persoonlijk en on-demand

Deze ontwikkelingen hebben geleid tot een zeer groot aantal nieuwe bedrijven die de thuissportmarkt proberen te veroveren met digitale proposities. Niet vreemd, aangezien het een makkelijk schaalbaar en grensoverschrijdend product is. Voorbeelden zijn merken als 8Fit, Aaptiv, Cyclecast en Freeletics.

Freelectics heeft (een geclaimd aantal van) 31 miljoen app-gebruikers in 160 landen. Het biedt gepersonaliseerde trainingsprogramma’s gecombineerd met voedingsadvies. Op basis van AI-technologie functioneert de app als een digitale fitness-coach.

Op de Nederlandse markt kennen we Fitchannel.com, met videotrainingen van onder meer oud-schaatser Mark Tuitert en kickbokser Remy Bonjansky. Maar het zijn niet alleen nieuwe aanbieders, ook de traditionele sportfabrikanten zoals Nike (met hun Training Club) en Under Armour (Myfitnesspal) investeren in digitale coaching en de thuissportmarkt.

Ook spelen uiteraard de huidige fitness-marktleiders in op deze ontwikkelingen. Zo heeft Basic-Fit een eigen GXR-product gelanceerd. Klanten kunnen in de sportschool of thuis ‘virtuele’ groepslessen volgen door middel van meer dan 200 instructievideo’s die worden aangeboden op Basicfit.nl en in de app. Basic-Fit bedient zijn klanten hiermee optimaal door thuis sporten niet als een bedreiging, maar als een kans te zien en door ook on-demand streaming van instructievideo’s te integreren in het product.

Live-ervaring

Er is al veel gezegd en geschreven over OnePeloton, de ‘Netflix van fitness’, zoals ze zichzelf ook wel noemen. OnePeloton biedt on-demand video-workouts, maar is vooral uniek in het live streamen van trainingen. Vanuit studio’s in New York en London worden workouts gestreamd waaraan je samen met anderen – soms met duizenden tegelijk – deelneemt vanuit je eigen huis. Het feit dat de les op dat moment echt plaatsvindt en dat je samen met anderen sport, is voor velen een meerwaarde. Tel daar de energieke instructeurs en kwaliteit van videoproductie bij op en je snapt waarom

OnePeloton wordt gezien als een next-level thuissportbeleving. De dienst richt zich niet alleen op streaming maar ook op hardware – zoals eigen bikes en treadmills – die zorgen voor een optimale synergie tussen de content en je eigen fysieke prestatie. OnePeloton is de bekendste naam in de livestreaming-categorie maar bijvoorbeeld ook fitnessapparatuur-producent Technogym heeft recent een streamingdienst gelanceerd. Ook Fortë en Mirror begeven zich op dit terrein.

E-sports als work-out

De fitness-categorie maakt al jaren de dienst uit in de thuissportmarkt. Toch begint dit langzaam te veranderen door de recente opkomst van diensten die een fysieke prestatie weten te koppelen aan een virtuele competitie, alsof je onderdeel bent van een digitale game.

Zwift is een exponent van deze trend. Deze dienst heeft ervoor gezorgd dat competitief wielrennen vanuit huis beoefend kan worden. Dit doen ze door het vertalen van fysieke prestaties in een virtuele wereld op je scherm. Je bent letterlijk op een parcours virtueel aan het koersen tegen andere wielrenners. Hydrow is een vergelijkbaar product maar dan voor roeien.

E-sports en fysiek sporten worden op deze manier volledig geïntegreerd en zijn uit te voeren vanuit je eigen huis. Eigenlijk is het vergelijkbaar met autoracen in een race-simulator (wat ook als serieuze training wordt toegepast door topcoureurs). Hierbij is vooral de vraag interessant wat de volgende sporten zullen zijn die de echte fysieke prestatie weten te integreren met een virtuele e-sports omgeving.

Omnichannel-strategie wint

De fysieke en digitale sportwerelden komen steeds dichter bij elkaar. Daarbij zal de locatie waar gesport wordt steeds minder relevant zijn. Thuis of buitenshuis, uiteindelijk zullen nieuwe digitale mogelijkheden leiden tot vaker en meer sporten. Dus niet het een of het ander, maar allebei. Niet of offline of online, maar online én offline. Het wordt simpelweg interessanter om ook je sport te beoefenen op momenten dat dat voorheen niet mogelijk was. En zonder de beperking van bijvoorbeeld reistijd, weeromstandigheden en beschikbaarheid van accommodaties. Maar met de lol van competitie, samen met anderen en in een ‘live-setting’.

Bedrijven die zowel het fysieke als digitale sportmoment faciliteren zullen de markt domineren. Het is niet voor niets dat Zwift een samenwerking is aangegaan met de internationale wielerfederatie UCI om zich op deze manier te associëren met live-events. En Basic-Fit denkt slim vanuit klantenbehoefte, ook als dit betekent dat er meer thuis gesport wordt, zo lang dit maar gefaciliteerd wordt door Basic-Fit.

Het wachten is dus op OnePeloton-sportscholen en Zwift-wielrenfietsen als de volgende stap in de ontwikkeling van de markt.

 

Klik hier om het artikel op marketingtribune te lezen.

Menu